Preek 16-17 juli 2011

Tags: 

Onkruid
In het evangelie hoorden we het verhaal van het onkruid, dat tussen de tarwe is gezaaid. Jezus is dan niet mis. Bij de oogst moest het onkruid apart gehouden worden en verbrand. Jezus zelf wilde ook het Joodse geloof zuiver houden. Hij kan tegen de schriftgeleerden, Farizeeërs en priesters te keer gaan, als zij de Joodse wet de Thora verkeerd uitleggen. Hij noemt de Farizeeërs adderengebroed, witgekalkte graven van buiten mooi maar van binnen vol verrotting. Als Jezus ziet hoe ze van het tempelplein een koophal maken, ranselt hij met een zweep de geldwisselaars en andere marskramers de tempel uit.

Jezus was geen zacht lammetje. Geen gemakkelijk doetje. Hij wist al te goed wat goed en wat slecht was. Hij sprak het uit en trad duidelijk op.

Zo trad Jezus op tegen het onkruid in het Joodse geloof. Zou hij nu terugkomen. Hij zou de misstanden in onze huidige kerk aanklagen. Ik denk in deze aan het latijn. Het latijn was eeuwenlang de taal van de upper ten, van de geleerden, van de adel. Het gebruik van het latijn in de kerk gaf dan ook de priesters een bepaalde status. Dat door het gebruik van het latijn het merendeel van de gelovigen niets verstond en de H. Mis uitzaten daar gingen paus, bisschoppen en pastoors aan voorbij. Evenzo dat er heel wat dorpspastoors in de Middeleeuwen en daarna waren die nauwelijks latijn kenden. Wanneer zij het latijn uitspraken was het een akadabra, zoals de volksmond het noemde, maar dat niemand verstond.

Daarnaast is het een ongelukkig teken, dat de kerk jongeren niet aanspreekt.

In de geest van Jezus’ boodschap moet van de kerk een inspirerende geest uitgaan, die de mensen aanspreekt. Ik denk nu aan het gebruik van het nederlands, de volkstaal in de liturgie. Juist het gebruik van de volkstaal in de liturgie is een verrijking van ons eigen gebedsleven, het religieuze denken en voelen van vele gelovigen.

We zingen vele Nederlandse liederen en bidden in de H. Mis vele mooie teksten. De gedachten die daarin verwoord worden zijn vaak heel mooi en kunnen inspirerend zijn.

Ik kan er in komen, dat gewone katholieken de woorden van een kerkelijk lied nemen als bezinning voor ’t eten of als avondgebed. Het verrijkt hun godsdienstig leven. En zelf kunnen ze hun gedachten niet zo goed formuleren. Denken we maar aan een lied als: Handen heb je om te geven.

Juist de huidige jeugd wil op haar eigen wijze ook nadenken over God en op een eigen wijze leren bidden. De woorden van sommige kerkelijke liederen kan de jeugd zich eigen maken om zo op een eigen wijze eigentijds te bidden.

Ook voor ons ouderen, die opgevoed zijn met het formuliergebed zoals het Onze Vader en Weesgegroet kunnen hedendaagse religieuze liederen en gebeden een aanwinst zijn om op een eigen inspirerende wijze te bidden en ons geloof een inhoud te geven.

Beste mensen als we de boodschap van Jezus in deze tijd op een eigentijdse wijze uitdragen kan hij ons inspireren en ons leven verrijken.

H. de Valk