Preek 25-26 april 2009

Tags: 

3e Zondag van Pasen - ‘Verbaasde leerlingen’ - Evangelie: Lucas24, 35-48

Het lijkt wel of de natuur de laatste weken als met een toverstaf is aangeraakt. Na een lange winterslaap is de natuur uitbundig tot leven gekomen. Overal groen, en het mooiste groen is het voorjaarsgroen. Allerlei kleuren van bloemen en planten sieren de tuinen en straten. De vogels zingen hun hoogste lied. Ze zijn druk in de weer met het bouwen van nestjes voor hun jongen. En het is prachtig om te zien hoe ook het kleinste plantje zich naar boven werkt om zich een plekje te verwerven onder de zon. Wat een overvloed van leven!

In deze tijd vieren we ook Pasen. En wie Pasen zegt, zegt leven, nieuw begin, opstaan, vreugde. ‘Leven’ is een woord dat talloze malen in de bijbel voorkomt. Meer dan welk ander woord ook. Al in het begin staat er dat God de mens vormde uit kleiaarde en Hij blies de mens levensadem in zijn neus. Zo werd de mens een levend wezen. Het is voor ons gevoel misschien primitief uitgedrukt, maar het maakt wel duidelijk dat God begin van leven is. God is één en al leven, overvloed van leven. Met Pasen wordt duidelijk dat de dood, die ogenschijnlijk de overwinning had behaald, toch het onderspit moet delven. Dood is dood, dat geldt niet meer! Aan de aartsvijand van mensen is zelf de doodsteek toegebracht! Dat betekent vreugde. Dat is Pasen, ons grootste feest.

Toch wordt er onder de mensen verschillend gedacht over leven en dood. Het is ook allemaal zo moeilijk voor te stellen, eigenlijk helemaal niet voor te stellen. In het evangelie wat we hoorden is dan ook sprake van twijfel en verbazing.

Er zijn veel mensen die zeggen dat met de dood alles is afgelopen. Het doek valt, het gordijn wordt dichtgeschoven. Alles is over en uit. Veel mensen zijn zonder hoop, ze kunnen niet geloven.
- Er zijn mensen die zeggen dat de dierbare doden voortleven in onze herinnering. In onze dromen komen ze terug, we zien hun gestalte, we horen hun stem.
- Er zijn ook mensen die beweren dat de geesten van de overledenen kunnen worden opgeroepen en dat we met hen in contact kunnen treden.

Ach, het evangelie spreekt een andere taal. Het lijkt wel of we met het evangelie van vandaag in een wonderlijke wereld verzeild zijn geraakt, zo lijkt het. Jezus is zomaar terug temidden van zijn leerlingen, hij die gestorven was aan het kruis, stel je voor! Hij zegt: Kijk hier naar mijn handen waar de spijkers doorheen zijn geslagen. Ja, ik ben het echt. Geef mij iets te eten. Hij at het voor hun ogen op. Maar dat is toch niet te geloven! Een dode die terugkeert naar het leven en weer temidden van zijn vrienden is.

Hoe moeten wij dit verstaan? Gaat het hier om exakte feiten? We weten dat het evangelie tientallen jaren na de dood van Jezus is opgeschreven. De apostelen waren overal heengegaan om de blijde boodschap te verkondigen. Ze vertelden van Jezus, wat hij gedaan had, en hoe zij door Jezus andere mensen waren geworden. Maar hun toehoorders die het allemaal zelf niet hadden meegemaakt, aarzelden en twijfelden. Hoe kon het dat iemand uit de doden kon opstaan? Toen vertelden de apostelen dat ze zelf ook eerst in verwarring waren geweest. Ze hadden Jezus zien sterven en waren hevig teleurgesteld. Al hun verwachtingen waren de bodem ingeslagen. En toen, toen is het gebeurd. Ze begrepen dat Hij niet dood was. Ze voelden zijn nabijheid, alsof Hij naast hen zat en hen nieuwe kracht gaf. Zij moesten zijn getuigen worden van zijn boodschap van barmhartigheid en menselijkheid. Ze begrepen dat ze er niet alleen voor stonden, dat Hij met hen was.

Dat vertelden de leerlingen aan de mensen die later kwamen . Hun aarzeling was goed te begrijpen. Daarom probeerden de apostelen in beeldtaal, in beelden en verhalen te vertellen dat Jezus uit de houdgreep van de dood was bevrijd. Dat Jezus leefde, dat Hij door zijn Vader uit de doden was opgewekt. En dat zij, de apostelen, waren uitgezonden om zijn boodschap uit te dragen.

Voor ons is het goed om te beseffen dat het leven meer is dan een ademtocht. Meer dan een aantal jaren van lief en leed op aarde, uitlopend op de dood als het zwarte gat waarin alle leven ten ondergaat.

Deze Paastijd maakt ons daarvan bewust. Wij mogen vertrouwen op de God van het leven, dat wij mogen leven ’de dood voorbij’. Daarom onze Paasvreugde. Dit prachtige voorjaar onderstreept ons verlangen naar voltooiing en geluk. Het maakt ons blij en vol hoop.

Jaap Ditters