Preek 14 - 15 januari 2012

Tags: 

In het evangelie worden Andreas, Simon Petrus en nog een andere leerling van Johannes de Doper door Jezus geroepen. Maar wij worden ook geroepen.

Wij worden geboren in een gezin met broertjes en zusjes. Spontaan namen onze ouders het op zich voor ons te zorgen. En dit deden ze van harte. God heeft dat in hen gelegd voor de kinderen, die uit hen geboren worden te zorgen. Door deze geboorte in een gezin worden we geroepen door God een goede relatie op te bouwen met onze ouders, broers en zussen.

Jezus leert ons als eerste deugd de naastenliefde. Wij mogen niet koud en onbewogen langs onze huisgenoten en medemensen heen leven. We moeten een gemeenschap vormen. God maar ook onze medemensen verwachten van ons, dat wij een hand uitsteken om samen iets moois van het leven te maken.

Wij mensen voelen, dat we elkaar nodig hebben. We hebben allemaal verschillende talenten en gaven. De een is schilder, de ander timmerman, een derde smid een vierde tuinman enz enz. De ene dag heeft de schilder de timmerman nodig, de andere dag de timmerman de schilder.

God heeft ons zo verschillend geboren laten worden om er samen iets moois van zijn schepping te maken. Als kinderen van God zijn we aan elkaar gelijk. In de maatschappij maar ook in de kerk. Het is goed daar bij stil te staan. Juist Jezus leert ons dat we medebroeders en zusters van elkaar zijn en zorg voor elkaar moeten hebben. We geroepen zijn als kinderen Gods elkaar een hand te reiken.

Daarom is het belangrijk dat er in de maatschappij democratische regeringen zijn. De ministers en de leiders van het volk zo horen wat er bij de mensen leeft.

Ook in de kerk gaat het om het volk Gods, dat ook de leiders in de kerk naar het volk Gods luisteren om als het volk Gods samen door het leven te gaan.

In deze moet ik toch even wat kwijt. De eerste 10 eeuwen ging het in deze in de kerk veel democratischer aan toe. De eerste 10 eeuwen werden de bisschoppen en de pastoors door de gelovigen zelf gekozen. Spontaan kozen zij dan ook de meest inspirerende gelovigen uit eigen kring tot bisschop.

Dit is waardevol. Het gelovige volk kiest dan spontaan diegene die hen het meest te zeggen heeft. Want in de kerk hebben wij leiders nodig, die inspirerende ideeën hebben en verfrissende gedachten, dat zij ook de jeugd iets te zeggen hebben.

Het is belangrijk hier aan te denken nu het zo slecht gaat met de katholieke kerk.

We hebben in de kerk als leiders behoefte aan sterke persoonlijkheden, die weten te inspireren. Daarnaast moeten ze verfrissende gedachten hebben om zo voor de jeugd een boodschap te hebben, hen te boeien.

H. de Valk