Preek 28 - 29 april 2012

Tags: 

Het is een mooi beeld, dat Jezus gebruikt om zijn boodschap uit te dragen. Ik ben de goede herder. De goede herder heeft zorg voor zijn schapen. De schapen lopen als kudde. Ze zijn samen onderweg. De schapen zoeken elkaar. De kerk is een gemeenschap. Wij zijn samen onderweg. Jezus heeft als ideaal een gemeenschap. Hij verzamelt om zich heen de apostelen een groep mannen en Maria Magdalena en andere vrouwen een groep vrouwen.

Jezus vormt een groep mannen en vrouwen om zich heen, die samen optrekken. Vanaf het begin na de verrijzenis van Jezus met Pasen trekt deze groep samen op en vormt een gemeenschap. De apostelen en de vrouwen zoeken elkaar om elkaar te steunen, elkaar te bevestigen en te inspireren.

De band van Jezus met deze groep is heel sterk. Jezus zegt: “Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken.” Een ander kennen en bevestigen is een waardevol geschenk, dat mensen elkaar kunnen geven.

De evangelist spreekt van Jezus als de Goede Herder. Jezus kende zijn volgelingen. Hij had persoonlijke belangstelling voor hen, leefde met hen mee, waardoor ze zich gesterkt voelden als mens maar ook als volgeling van Jezus. Zo ontstaat er een sterke verbondenheid tussen Jezus en zijn mannelijke en vrouwelijke volgelingen.

Bij Jezus groeit er een sterke band, verbondenheid met zijn volgelingen. Jezus zegt: De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Jezus is dienstbaar aan de kudde. Hij komt voor de kudde op. De schapen kunnen zich aan hem toevertrouwen.

Wanneer wij spreken van de kerk van Jezus Christus dan is de relatie van Jezus met zijn volgelingen ons voorbeeld. Het gaat er om, dat wij als katholieken ook een kudde een gemeenschap vormen, waar de leden trouw zijn aan Jezus en zijn boodschap maar ook aan elkaar.

Maar ook dat de leiders de paus, de bisschoppen en de pastores dienstbaar zijn aan die kudde, die gemeenschap zoals Jezus.

Het gaat er om, dat die kerk een gemeenschap is waarvan de leden ook het nodige voor elkaar betekenen door belangstelling en zorg voor elkaar te hebben. Herders zijn voor elkaar.

Juist om die onderlinge band is het vandaag ook Roepingenzondag. Roepingenzondag wil ik ook ruim zien. Niet alleen roeping tot het priesterschap. Op het ogenblik kan de kerk blijven bestaan omdat vele katholieken zich geroepen voelen om zich in te zetten voor die kerk als koster, collectant, akoliet, lezeres, secretaresse, kerkmeester koorzangeres enz. De katholieke kerk steunt op het moment op die vele vrijwilligers, die zich voor de kerk inzetten.

Zo blijft het ideaal van Jezus ook ons ideaal. Mogen wij hier in Oosterhout een kerk vormen een gemeenschap. Een volk Gods waarvan de leden elkaar zien en kennen. Waar mensen met elkaar meeleven en zorg hebben voor elkaar. En waar de pastores dienstbaar zijn aan die gemeenschap. De pastores luisteren naar wat er bij de gelovigen leeft aan idealen en zorgen en daar op ingaan.