Preek 9-10 augustus 2008

Tags: 

Durf te leven

Het evangelie is weer echt een wonderverhaal uit die tijd. Over de heidense goden gingen er in die tijd vele wonderverhalen de wereld door. Om hun geloof in Jezus uit te drukken gebruiken de evangelisten dan ook wonderverhalen. Zo loopt Jezus in dit evangelie over het water eveneens Petrus een kort moment. Jezus loopt over het water. Voor de Christenen en de Joden in die tijd betekent dit Jezus is alle boze en kwade geesten die onder het water leven de baas. Want bij storm kon het echt spoken op het meer van Galilea en dat betekende voor de mensen toen, dat er boze geesten onder het wateroppervlak leefden.

Petrus wil Jezus hier in navolgen. Hij stapt op het water. Hij gelooft, dat hij dit kan. Daarom durft hij het. Dan twijfelt hij. Zijn geloof verdwijnt en hij zakt door het water. Het motief van dit evangelie is het leerstuk: Geloof in de talenten en gaven die God je gegeven heeft. Durf te leven op jouw wijze. Daarvoor heeft God je geschapen.

God heeft ons niet geschapen als brave, nietszeggende schapen, die geen eigen leven durven te leiden. God heeft ons geschapen als mensen met gaven en talenten en met de bedoeling dat wij die talenten ook gebruiken. Het gaat er om dat we allemaal een eigen persoonlijkheid worden en dat we met onze talenten woekeren. Laat ieder zichzelf zijn. God heeft ons allemaal geschapen met een eigen karakter een eigen kleur met typisch eigen gaven.

Juist als ieder zijn gaven en talenten ten volle gebruikt kan het tot wonderlijke resultaten leiden. Mensen kunnen geweldige dingen tot stand brengen. Ik denk maar aan Nelson Mandela. De eenvoudige neger die intens veel heeft betekend voor de zwarten in Zuid Afrika door zijn talenten te gebruiken. We zien het vaker dat mensen door hun gaven en talenten ten volle te gebuiken tot iets geweldigs in staat zijn. Ik denk aan Barack Obama de zoon van een neger, die nu een serieuze presidentscandidaat is in Amerika. Vanzelf komen dan ook naar voren een Rembrandt, de dichter Joost van den Vondel enz. In mijn gedachten komt dan ook nog een oma van 86 jaar, die voor de kinderen, de kleinkinderen en achterkleinkinderen de naaister is. Ze komen allemaal graag bij oma. En oma houdt er ook veel gezelligheid en dankbaarheid aan over. Zo kun je als opa en oma ook al ben je oud voor je nageslacht nog veel betekenen.

En wij mensen hebben veel talenten. De een kan goed knutselen, de ander zingen, een derde boekhouden, rekenen, schrijven enz. Ieder van ons heeft wel een van deze gaven. Maar we zijn allemaal mensen. We hebben allemaal de gave om lief te hebben, trouw te zijn, medelevend, te helpen. En deze laatsten zijn het belangrijkst. Zij kleuren ons leven, geven de charme, het gave, het gelukkige aan ons leven. En juist als we deze talenten uitstralen roepen wij die ook bij de ander op. Zijn wij hartelijk en vriendelijk dan zullen anderen dit ook gemakkelijk zijn. Het goede roept het goede op.

Als het om durven gaat is de deugd van geloven heel belangrijk. Och wat jammer de mensen die niet in zichzelf geloven en zo een minderwaardigheidscomplex hebben. Ze durven niets. Door aan de kantlijn te blijven staan blijven er vele heerlijke en goede talenten onbenut. Hij die aan de kantlijn van het leven blijft staan komt nooit tot het geluk dat anderen krijgen door hun talenten.

Daarnaast de talent van geloven op godsdienstig gebied. Als’n mens in God kan geloven, in de boodschap van Jezus Christus dan verrijkt dit zijn leven geweldig. Hij kan bidden, praten met zijn hemelse Vader, uithuilen bij God, zich veilig voelen bij God. Het geloof kan hem een geloofszekerheid geven waardoor hij sterker in het leven staat.

Beste mensen staan we er eens bij stil. We hebben allemaal talenten. Laten we ze benutten tot geluk van onszelf en van onze naasten.

H. de Valk