Statie 2:
Jezus wordt het kruis op zijn schouders gelegd.
Er is geen verweer. Als een koning gehuldigd, als crimineel bespot, als een gek uitgelachen. Een kruis, zwaar, zo zwaar, zo ondoenlijk.
Welk kruis dragen wij, welke lasten hebben wij in ons leven te dragen?
= = = = = = = = = =
Ter herinnering aan, ter ere van al die anderen die een zwaar kruis moeten dragen, die gemarteld worden, vernederd, noemen wij hier en vandaag die ene naam: Jezus van Nazareth, Mensenzoon.
“Ze bespuwden hem, pakten de rietstok en sloegen hem op het hoofd. Nadat zij hun spel met hem bedreven hadden, ontdeden ze hem van de mantel, trokken hem zijn kleren weer aan en voerden hem weg ter kruisiging.” [Mattteüs 27]