Kinderpagina Juli 2008

Tags: 

Vier vissers gaan achter Jezus aan

Op het strand van het meer van Galilea is het altijd hetzelfde. Het water kabbelt en babbelt. Je hoort kleine verhaaltjes over vissers die vissen vangen. Enge verhalen over stormen die boten omblazen. De laatste tijd zijn er ook andere verhalen te horen. Nieuwe verhalen, over Jezus. Jezus die mensen geneest. Jezus die vriend is van mensen zonder vrienden. Jezus die mensen helpt, die worden gepest. Jezus, die mooie verhalen vertelt over het land van God.
Vandaag schijnt de zon over het meer. Op het meer vaart de boot van Jakobus en Johannes. Ze staan rechtop en gooien hun netten uit, zoals elke dag. Soms komt er vis in, soms niet. Als er veel vis in komt moeten ze oppassen dat ze niet over boord vallen.

Kinderpagina Juli 2008 1

Langs de kant staan nog twee vissers. Het zijn Simon en Andreas. Zij hebben geen boot. Zij vissen al-leen met hun visnetten en hun handen. Meestal vangen ze niets, maar soms hebben ze geluk. Twintig of dertig vissen vangen ze dan. Zo doen de vissers het al jaren. Elke dag opnieuw en zo zal het wel altijd blijven tot ze oud zijn.
Simon zegt: “Ik wilde dat er eens iets bijzonders gebeurde”.
In de verte komt een man aanlopen. “Het is Jezus”, zegt Andreas. Jezus wenkt en roept, ”Kom met mij mee!”. Simon kijkt naar zijn visnet. Er zit niets in. “Ik ga mee”, zegt Simon. “Ik ook”, zegt Andreas. Nu zwaait Jezus ook naar Jakobus en Johannes. De jongens roeien naar de kant en hollen naar Jezus toe. Op het strand is hun vader bezig de netten te maken. “Waar gaan jullie heen?” roept hij. “Achter Jezus aan”, roepen ze. “Dat gaat zomaar niet. Jullie moeten vissen en geld verdienen”, schreeuwt hun vader hen achterna. De jongens luisteren niet en rennen over het strand achter Jezus aan. Ze voelen zich blij en vrij. Ze springen en hollen. Ze gaan op weg met Jezus. Voortaan zijn ze de vrienden van Jezus.

In de tijd van Jezus was visser zijn een zwaar beroep. Jezus leefde mee met het dagelijkse visserbestaan van zijn vrienden. Hij leeft ook mee met de dingen die wij elke dag doen. Hij is er ook als wij op vakantie zijn.

Als je op vakantie bent, stuur je vaak een kaartje aan bekenden om te laten weten dat je aan ze denkt, ook al ben je ver weg. Misschien is het leuk om zo’n kaartje zelf te maken. In de kerk vind je een voorbeeld van hoe je een uitklapkaart met een bootje kunt maken. Die mag je gratis komen halen. Maak er een aantal, zet er een gezellige vakantiegroet op en de ontvanger zal er vast heel blij mee zijn te weten dat je hem niet bent vergeten.

Kinderpagina Juli 2008 2

Alvast een hele prettige vakantie.